Zoveel kijk ik er niet naar, maar als ik het doe dan verrast YouTube vrijwel altijd, zowel qua aanbod als
toegankelijkheid. Er is geen 'nee' te koop. Ik nam weer eens
de proef op de som. Ik herinnerde me een aflevering van Koot en
Bie, waarin de zogenaamde oud-verzetsstrijder op de hak wordt genomen. Arie Temmes (gespeeld door Koot)
had in de oorlog een Duitse militair op de vraag 'Wo ist der Bahnhof?' de verkeerde kant op gestuurd en
daarmee een belangrijke verzetsdaad gepleegd. Een prachtaflevering
in drie delen op YouTube. Nadat ik de woorden 'Koot Bie Bahnhof' had
ingetikt was het meteen raak. En dat is
toch vooral wat me fascineert aan dit medium. Structuurloos worden
beelden aangeboden, die door de gebruikers zelf worden beschreven zonder
dat ze daar ook maar één enkele richtlijn voor hebben. En dat werkt
dus. Waar is een bibliotheek- en archiefopleiding voor nodig, begin je
je dan af te vragen.
Een tweede zoekactie, die minder succesvol verliep.
Eerder was ik in het kader van 23dingen op de
website beland van de BBC-schoolradio.
Daarop vond ik o.a. een filmpje over de evacuatie van kinderen uit
Londen of een andere grote Engelse stad naar het platteland aan het
begin van de Tweede Wereldoorlog. Omdat het één van de aspecten van de
oorlog is die mijn speciale belangstelling geniet vond ik het jammer dat
ik werd geconfronteerd met de volgende tekst: 'Not available in your
area'. Een merkwaardige tekst op het wereldwijde web. Mijn hoop was dat
ik het betreffende filmpje op YouTube wel zou kunnen vinden. Helaas, dat
is mij in ieder geval niet gelukt. Daar staat tegenover dat het wel tal
van andere onverwachte en mooie films en foto's over hetzelfde onderwerp
opleverde.
Even verder zoeken op Internet leert dat uit recent onderzoek (mei 2010)
is gebleken dat 44 % van de jeugd liever naar YouTube kijkt dan naar de
tv!!! Dat is nog altijd een minderheid, maar dat zal het niet lang meer
zijn. Het voordeel dat je baas bent over wat je op het scherm ziet is
voor de jeugd blijkbaar zo groot dat ze de matige kwaliteit, de vele
reclames en de in stukken geknipte filmpjes op de koop toenemen.
Wat kunnen we als Tresoar met YouTube? Meer dan dat we nu al doen moet ik eigenlijk zeggen, want op dit moment staat op de 'voorpagina' van onze website al een filmpje over de tentoonstelling Ex Libris Tresoar. Maar er kan meer neffens my. Voor elke toepassing geldt uiteraard wel dat er toestemming van alle betrokkenen moet zijn.
Naast door ons beheerd oud filmmateriaal zouden we als Tresoar ook nieuwe filmpjes kunnen aanbieden. In het verlengde van het steeds populairder wordende elearning (zie hiervoor bv. de
website http://www.learnerstv.com) zie ik in ieder geval de volgende twee mogelijkheden.
Ten eerste filmpjes met uitleg over de werking van bepaalde bestanden die we aanbieden. Ik denk dan bv. aan Press Display. Deze internationale krantendatabank is bij het overgrote deel van het (Tresoar)publiek helaas onbekend. Het lijkt me een uitdaging om via een goede publiciteit, in combinatie met een verwijzing naar een gebruikershandleiding op YouTube, dit te veranderen. Er bestaan overigens al instructiefilmpjes voor dit bestand.
Daarnaast zouden we lezingen in Tresoar via het web kunnen aanbieden. Bang dat er dan geen mensen meer naar Tresoar komen? Wat dat betreft is het goed te weten dat toen CBS in 2006 begon met het plaatsen van fragmenten van
afleveringen van de shows van David Letterman op YouTube, diezelfde
fragmenten op YouTube gemiddeld 850.000 per dag werden bekeken gedurende de eerste maand, én ..... wat voor CBS nog belangrijker was 100.000
extra kijkers van de show op televisie opleverde (bron). En als we dat niet vertrouwen, want ja David Letterman en Tresoar zijn toch verschillende grootheden, dan zouden we kunnen beginnen met het rechtstreeks uitzenden van lezingen die 'uitverkocht' zijn.
dinsdag 28 december 2010
donderdag 23 december 2010
Foute keuze?
Afgelopen zaterdag (18 december) stonden er in de Volkskrant twee artikelen betreffende het schilderij "De Nieuwe Mensch" van Henri van de Velde. Van de Velde (1896-1969) schilderde het in 1939, in opdracht. Die opdracht hield in dat het schilderij uitdrukking moest geven aan het nationaal-socialistische ideeëngoed. Dat lukte zo goed dat Anton Mussert, die het schilderij in april 1940 cadeau kreeg, het in zijn werkkamer in het hoofdkantoor van de NSB aan de Maliebaan in Utrecht liet ophangen, naast een portret van Adolf Hitler. Na de oorlog verdween het schilderij uit zicht en na verloop van tijd werd er vanuit gegaan dat het verloren was gegaan, totdat ..... het in 2003 in België weer opdook. Het Rijksmuseum in Amsterdam toonde meteen belangstelling en wist het schilderij te verwerven. Men beschouwde het, vooral vanwege de geschiedenis van het schilderij, als één van de historische topstukken. Het kunstwerk werd dan ook ingepland in de vaste presentatie voor na de heropening in 2013, echter met de nadruk op 'werd'. Het voortschrijdend inzicht heeft het Rijksmuseum anders doen besluiten. Het schilderij is bij nader inzien niet vernieuwend genoeg geweest om aan het publiek getoond te worden. Met andere woorden, het verhaal van de eigendomsgeschiedenis heeft het onderspit moeten delven in de strijd tegen de artistieke kwaliteit van het schilderij. Neffens my jammer.
Naar aanleiding van deze artikelen moest ik denken aan een aanwinst van Tresoar, een jaar of vijf geleden. We kregen toen een exemplaar van het Nationaal-Socialistisch Jaarboek van de NSB over 1942 (het exemplaar rechtsonder). Eigenlijk viel het buiten de acquisitiecriteria. We beschikten namelijk al over een exemplaar (linksonder), en omdat het een niet-Fries drukwerk betrof was een tweede niet nodig. Maar soms maak je een uitzondering. Wat was er aan de hand? Het al eerder genoemde hoofdkwartier van de NSB in Utrecht werd tijdens de bevrijding door o.a. de toenmalige inspecteur of commissaris van politie in Utrecht, een zekere Van Roosmalen, in beslag genomen. Veel spullen in het pand zijn destijds uit pure woede vernietigd, maar het jaarboekje, dat in het bureau van Mussert was gevonden, nam hij mee. En dat maakt nu juist het verschil tussen het linker en het rechter boekje. Beide zijn qua uiterlijk exact gelijk aan elkaar. Zo tellen ze alle twee 372 pagina's en in elk staat op pagina drie een foto van de leider. En toch laat ik bij rondleidingen het rechter exemplaar zien, en niet het linker, vanwege het bijzondere verhaal erachter.
Naar aanleiding van deze artikelen moest ik denken aan een aanwinst van Tresoar, een jaar of vijf geleden. We kregen toen een exemplaar van het Nationaal-Socialistisch Jaarboek van de NSB over 1942 (het exemplaar rechtsonder). Eigenlijk viel het buiten de acquisitiecriteria. We beschikten namelijk al over een exemplaar (linksonder), en omdat het een niet-Fries drukwerk betrof was een tweede niet nodig. Maar soms maak je een uitzondering. Wat was er aan de hand? Het al eerder genoemde hoofdkwartier van de NSB in Utrecht werd tijdens de bevrijding door o.a. de toenmalige inspecteur of commissaris van politie in Utrecht, een zekere Van Roosmalen, in beslag genomen. Veel spullen in het pand zijn destijds uit pure woede vernietigd, maar het jaarboekje, dat in het bureau van Mussert was gevonden, nam hij mee. En dat maakt nu juist het verschil tussen het linker en het rechter boekje. Beide zijn qua uiterlijk exact gelijk aan elkaar. Zo tellen ze alle twee 372 pagina's en in elk staat op pagina drie een foto van de leider. En toch laat ik bij rondleidingen het rechter exemplaar zien, en niet het linker, vanwege het bijzondere verhaal erachter.
Bron: Bibliotheekcollectie Tresoar
En, denk ik nu, misschien heeft Mussert dat jaarboekje wel in handen gehad terwijl hij starend naar het schilderij "De Nieuwe Mensch" .......
woensdag 22 december 2010
IM
IM (Instant Messaging) heeft enige gelijkenis met Twitter, dat andere supersnelle medium.
Zoals mijn lezers weten was dat niet echt mijn ding en dat lijkt chatten voor mij evenmin. Ik is niet
zo van de snel reageerderige, om als Klukkluk te spreken.
Maar net als bij Twitter zie ik voor Tresoar wel mogelijkheden met IM. En er zijn plannen in die richting. In februari volgend jaar worden er in Nieuw Zeeland Friese dagen georganiseerd. Eén van die dagen is gericht op o.a. de emigranten en hun nageslacht. Tresoar is gevraagd of het mogelijk is om online een Stamboomloket in te richten. Het is dan de bedoeling dat we vragen van emigranten direct via (video)chat beantwoorden. Of het doorgaat is nog niet helemaal zeker en hoe we dat dan aanpakken evenmin, maar als het doorgaat dan ben ik heel benieuwd naar de ervaringen.
Maar net als bij Twitter zie ik voor Tresoar wel mogelijkheden met IM. En er zijn plannen in die richting. In februari volgend jaar worden er in Nieuw Zeeland Friese dagen georganiseerd. Eén van die dagen is gericht op o.a. de emigranten en hun nageslacht. Tresoar is gevraagd of het mogelijk is om online een Stamboomloket in te richten. Het is dan de bedoeling dat we vragen van emigranten direct via (video)chat beantwoorden. Of het doorgaat is nog niet helemaal zeker en hoe we dat dan aanpakken evenmin, maar als het doorgaat dan ben ik heel benieuwd naar de ervaringen.
zaterdag 18 december 2010
Earbetoan oan Jelke Bos
It is no al wer in wike lyn dat myn baas my it boek Tinzen
oer it libben en oer de dea fan Jelke Bos yn poaten joech. Ik haw it
daalks en
yn ien rek útlêzen. Ik moat sizze, it boek wol my mar net loslitte, hat my
yn 'e besnijing. Hoe komt dat sa, haw ik mysels ôffrege. No, Jelke hat
my de
eagen iepene, oer it wêzen fan my as hûn, oer de sin fan in hûnelibben
en oer
de relaasje tusken myn baas en my. Ik stie der sels net faak by stil mar
no wit
ik dat it goed is om dat krekt wol te dwaan. Jelke hat dat sa moai
ferwurde:
'Foar in kweade hûn moatst fuortrinne, mar foar dyn eigen tinzen nea'.
Wy hûnen kenne gjin helden. De iene hûn is net
better dan de
oare; wy binne allegearre gelyk. Mar stiekum is Jelke Bos myn held. Ik
sil dat
fierder net uterje, mar yn gedachten haw ik in foto fan him neist myn
koer
stean. Neist dat Jelke my oan it tinken setten hat, bin ik ek jaloersk
op 'm.
Syn eigensinnichheid, syn lak hawwe oan alles om him hinne en benammen
oan syn
baas, it binne eigenskippen dy't ik sels graach wat mear hawwe soe.
Hat dat ferskil yn eigenskip ek te krijen mei it
feit dat ik
noch midden yn it libben stean en dat Jelke oan ‘e ein fan sines stie
doe’t er
syn gedachten oan it papier tabetroude? Of komt it om't ik krekt in nij
tehûs
haw? Miskyn beide wol, mar it sit ek wol wat yn myn aard, wol opstannich
fiele,
mar dêr net echt foar út doare te kommen. Sa soe ik myn baas ek noait
omkoal
neame doare, sa't Jelke dat wol die. No wie dêr ek wol reden ta,
benammen fan
myn eachpunt út. Omkoal moast neat hawwe fan hûnen dy't gjin labrador
wienen.
Hy wie wat dat oanbelanget in echte rasist, mar dit even tusken twa
heakjes. Ik
ken myn baas noch net goed genôch om te witten oft hy ek de namme omkoal
fertsjinnet. Hy hat no alle oandacht foar my, mar hoe sil dat takom
moanne,
takom jier wêze? Wy sille it sjen, mar mocht it sa wêze dat myn baas in
like
grutte omkoal is dan Jelke’s baas, dan sil ik dat oan de ein fan myn
libben
noch grif net doare te sizzen.
Bron: eigen collectie
Troch Jelke harkje ik no ek oars nei de diskusje by
my thús
oer myn namme. Ik hjit Fanny, wat is dêr no mis mei, soenen je sizze?
Nee, sy
fine dat ik sa nedich in oare namme hawwe moat. Ik haw al hiel wat de
revu
passearjen heard, de iene fine se noch moaier dan de oare: Esmée, Famke,
Froukje, Flappie, Foekje, Juliana en noch in pear mear. En dan de útlis
dy't se foar de nammen jouwe. Juliana fan Julianadorp, om't ik dêr in skoft wenne
haw.
En dan Foekje, ynearsten nei Foekje. Ferhaal fan in aventoerlik
hûnelibben fan
Rink van der Velde en Anjo Mutsaars. Mar ik hear se ek praten oer Fanny
Blankers-Schoen en Foekje Dillema, en dat dizze froulju harren
beiden yn
harren grêven omkeare soenen as sy hearre soenen dat ik fan Fanny Foekje
wurdt.
Wêrom soene je dat dan wolle, freegje ik my ôf, mar sy fine it geweldich
dat se
op sokke gedachten komme of hearre fan kollega's. Ik doch mar krekt as hear ik it net, mar ik
hear it
fansels wol en it docht wol wat mei my. Mar ja tink ik dan, wat seit in
namme
no? Hielendal neat. Ik hear it oan de stim fan myn húsgenoaten wol oft
se it
tsjin mekoar of tsjin my hawwe. Tsjin my prate se mei in hegere stim en
mei
langere úthalen. De namme hear ik net iens nei. No haw ik al lûden heard
dat de
namme dochs Fanny bliuwe sil. Sy kinne it nammentlik net iens wurde oer
in
oare. Ik wachtsje it mar ôf want Jelke wynt der gjin doekjes om: '(....)
in
minske bliuwt in minske, kinst him noait fertrouwe'.
Noch wat oars. Om't se my, in folwoeksen hûn fan
seis jier,
noch fan alles leare wolle, sille wy begjin takom jier nei in
hûnekursus. Wêrom
is my in riedsel. Ja, it soe ek goed wêze foar de bân tusken de baas en
my. No,
ik leau der neat fan. Ik haw oare hûnen der ek wol oer heard: weismiten
tiid en
jild. Dan bin ik ek noch wer safolle jûnen kwyt. Mar sy hawwe blykber
jild oer.
Dêr koenen se dochs better wat lekkere woarsten foar keapje, soe ik
sizze.
De baas probearret my no trouwens ek al dingen te
learen.
Nim it oerstekken fan in dyk. Myn baas wol perfoarst dat ik sitten gean
foar't
wy oerstekke. As ik dat dien haw en hy my komplimintearre hat, sjocht er
alle
kanten út. Wêrom wit ik net want der is neat te sjen. Hy praat dan tsjin
my:
'Komme der ek auto's of fytsen oan Fanny?'. 'Wat tinkst sels?', tink ik
dan. It
is sá rêstich op ús kuierrûte; as ik al wat sjoch dan is it in oare hûn,
in kat
of in knyn.
Ik lit him mar prate. It komt der yn alle gefallen
op del
dat ik de baas de baas bin, sa fiel ik it. En dat haw ik te tankjen oan
Jelke
Bos.
Sa, no jou ik my earst mar wer ris del. Dan kin de
baas ek
wer blogge.
P.S. Jelke is net mear, ik hie graach mei him yn 'e
kunde
kommen. Ik haw noch besocht mear boeken
fan him te pakken te krijen, mar dat is net slagge. Dit sil - spitigernôch - grif syn
earste én
lêste boek west wêze.
vrijdag 17 december 2010
Pas op met 'Ctrl P'!
Net een bijzondere blogervaring gehad. Bezig met een blogbericht wilde ik de tekst die ik tot nu toe had even uitprinten en drukte daarom de toetsencombinatie <Ctrl> P in. Meteen kreeg ik op het scherm de mededeling dat het bericht gepubliceerd was. Dat was nou even niet de bedoeling. Ik heb het bericht inmiddels weer verwijderd. Aan degenen die een abonnement op mijn blog hebben via bv. Google Reader zou ik willen vragen de tekst nog niet te lezen. De titel van het bericht is Earbetoan oan Jelke Bos. Ik ben van plan om de definitieve tekst het komend weekend te publiceren.
Twee dagen oorlog
Na woensdag in Harlingen was de Tweede Wereldoorlog gisteren in Tresoar aan de beurt. Esther Captain en Kees Ribbens, beiden als onderzoeker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) in Amsterdam, leidden er de discussie over de toekomst van oorlogsmusea in Nederland. In drie verschillende regiobijeenkomsten proberen ze zicht te krijgen op de mogelijkheden en wensen voor dit type musea. Leeuwarden was het eerst aan de beurt. Aanwezig waren vertegenwoordigers van het Verzetsmuseum Friesland, het Kazemattenmuseum, het Museum Canadian Allied Forces in Groningen, Bunkermuseum Schlei op Schiermonnikoog, het Museum '40-'45 Harkstede en de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen (OVCG) en ik mocht namens Tresoar aanwezig zijn.
De discussie werd gevoerd aan de hand van een tiental prikkelende stellingen zoals:
* Doordat iedereen het accent legt op persoonlijke verhalen over de oorlog verdwijnt de gemeenschappelijke historische kennis over het conflict;
* De oorlogsmusea en herinneringscentra in Nederland onderscheiden zich voldoende van elkaar;
* Er is teveel oorlogserfgoed om de geschiedenis van WO2 adequaat te presenteren;
* Oorlogsmusea en herinneringscentra zijn goed op de hoogte van de verwachtingen van bezoekers;
* Digitale toepassingen zijn onontkoombaar, maar niet per definitie wenselijk.
Bij die laatste twee stellingen komen we in de buurt van 23dingen. En dan blijken meteen de grote verschillen tussen instellingen als het Verzetsmuseum Friesland als onderdeel van het Fries Museum en een particulier initiatief als het oorlogsmuseum in Harkstede. Zo moet dit laatstgenoemde museum het op dit moment nog steeds stellen zonder website.
Over het algemeen wordt geconcludeerd dat de nieuwe digitale toepassingen een goede mogelijkheid bieden om je presentatie te vernieuwen. Want dat staat wel vast, als museum moet je de opstelling en presentatie regelmatig veranderen om het publiek steeds weer opnieuw binnen te krijgen.
De discussies, conclusies en aanbevelingen zullen, nadat ook de twee andere regiobijeenkomsten zijn gehouden, in de loop van volgend jaar worden gepresenteerd.
Kunnen we als Tresoar hier ook iets mee? Tresoar is geen oorlogsmuseum, maar bewaart wel veel museumwaardig materiaal. Dat materiaal is voor een deel ook al gedigitaliseerd maar staat op verschillende plekken op onze website, meestal 'ver' uit elkaar.
Een paar voorbeelden:
* Catalogus Verzetsmuseum (onder Bibliotheek)
* De Leeuwarder Courant in WOII (bij Tresoarlinks)
* Digitale tentoonstelling Der Dames Verzet over o.a. Esmée van Eeghen (onder Schatkamer)
De wens om die WO2-informatie overzichtelijker en prominenter aan te bieden is al eerder geuit. Deze discussie heeft de noodzaak ervan weer eens benadrukt. De vernieuwing van de website volgend jaar is de ideale gelegenheid om daar vorm aan te geven.
De discussie werd gevoerd aan de hand van een tiental prikkelende stellingen zoals:
* Doordat iedereen het accent legt op persoonlijke verhalen over de oorlog verdwijnt de gemeenschappelijke historische kennis over het conflict;
* De oorlogsmusea en herinneringscentra in Nederland onderscheiden zich voldoende van elkaar;
* Er is teveel oorlogserfgoed om de geschiedenis van WO2 adequaat te presenteren;
* Oorlogsmusea en herinneringscentra zijn goed op de hoogte van de verwachtingen van bezoekers;
* Digitale toepassingen zijn onontkoombaar, maar niet per definitie wenselijk.
Bij die laatste twee stellingen komen we in de buurt van 23dingen. En dan blijken meteen de grote verschillen tussen instellingen als het Verzetsmuseum Friesland als onderdeel van het Fries Museum en een particulier initiatief als het oorlogsmuseum in Harkstede. Zo moet dit laatstgenoemde museum het op dit moment nog steeds stellen zonder website.
Stilleven in het Museum '40-'45 Harkstede
Bron: Foto Re-enactmentgroep
Over het algemeen wordt geconcludeerd dat de nieuwe digitale toepassingen een goede mogelijkheid bieden om je presentatie te vernieuwen. Want dat staat wel vast, als museum moet je de opstelling en presentatie regelmatig veranderen om het publiek steeds weer opnieuw binnen te krijgen.
De discussies, conclusies en aanbevelingen zullen, nadat ook de twee andere regiobijeenkomsten zijn gehouden, in de loop van volgend jaar worden gepresenteerd.
Kunnen we als Tresoar hier ook iets mee? Tresoar is geen oorlogsmuseum, maar bewaart wel veel museumwaardig materiaal. Dat materiaal is voor een deel ook al gedigitaliseerd maar staat op verschillende plekken op onze website, meestal 'ver' uit elkaar.
Een paar voorbeelden:
* Catalogus Verzetsmuseum (onder Bibliotheek)
* De Leeuwarder Courant in WOII (bij Tresoarlinks)
* Digitale tentoonstelling Der Dames Verzet over o.a. Esmée van Eeghen (onder Schatkamer)
De wens om die WO2-informatie overzichtelijker en prominenter aan te bieden is al eerder geuit. Deze discussie heeft de noodzaak ervan weer eens benadrukt. De vernieuwing van de website volgend jaar is de ideale gelegenheid om daar vorm aan te geven.
donderdag 16 december 2010
Wadden geschut
Hoe kunnen we het erfgoed van de
oorlog op de
Waddeneilanden (nog) beter aan de man brengen? Dat was de vraag die
gisteren
centraal stond op de Miniconferentie Wadden geschut in het Hannemahuis
te
Harlingen. Vertegenwoordigers van de Stichting Waddencentra, van
provinciale
instellingen en uit het onderwijs gaven in boeiende presentaties aan wat
er tot
dusverre is gebeurd en wat er in de toekomst mogelijk is.
De website www.waddenindeoorlog.nl
is
inmiddels online, de bunker Schlei op Schiermonnikoog is geopend en op
Texel
bestaat al langer het Luchtvaart- & Oorlogsmuseum. Maar er is zoveel
meer
en een gecombineerde aanpak zal waarschijnlijk tot een beter resultaat
leiden
en tot een groter publieksbereik. Zo kun je op elk eiland afzonderlijk
wandel-
en fietsroutes langs erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog ontwikkelen,
maar die
zou je dan ook als één WO2-erfgoedroute aan kunnen bieden, eventueel met
behulp
van een audiotour. In één van de presentaties kregen we te zien hoe dat
in Den
Haag vorm heeft gekregen. Daar kun je vier WO2-wandelingen met kaarten,
foto's,
filmpjes en geluidsfragmenten gratis downloaden op je iPhone. Een iPhone
huren
bij het Haags Historisch Museum kan ook. De wandelingen met alle extra's
zijn
ook op de website www.destadgeschonden.nl te bekijken.
Zes militairen van de Kriegsmarine met op de achtergrond de Brandaris op Terschelling
Bron: Fries Fotoarchief
Een bijzonder project is de
virtuele wandeling
door een deel van de Stelling 12H op Vlieland. Het begin van het project
is een
typisch geval van serendipiteit. Wat is het geval? Marc ter Ellen van
het
Informatiecentrum De Noordwester op Vlieland zit op een gegeven moment
in de
trein bij een groepje studenten die een voor hem onbegrijpelijke maar
intrigerende taal spreken. Uit nieuwsgierigheid zoekt hij contact en wat
blijkt? Het gaat om studenten van Gameship, onderdeel van het Friesland
College
in Leeuwarden. Dat verklaart ook hun taalgebruik. Ze raken aan de praat
en ze
zien beiden mogelijkheden om elkaar van dienst te zijn. Marc ter Ellen
is op
zoek naar creatieve geesten die zijn plannen, om de Vlielandse stelling
ook
virtueel te kunnen bekijken, vorm kunnen geven. De studenten kunnen een
goed
project gebruiken voor studiepunten. In drie weken tijd is de groep erin
geslaagd om een deel van de stelling (het geschutemplacement) virtueel
toegankelijk te maken. Nu kent de wereld van de digitale spelletjes allerlei
soorten
games; dit is een zgn. serious game geworden.
Hoewel de aankleding van de bunker
en de
omgeving nog redelijk primitief is vind ik het resultaat verbluffend.
Als een
vogel kun je over het gebied zweven. Het bijzondere zit ‘m vooral in de
mogelijkheden om over de bunkerruimtes informatie op te vragen
betreffende het
gebruik van die ruimtes ten tijde van de oorlog. Die informatie kan in
tekst en
beeld worden gegeven. Zo kan bv. een foto van een kanon, zoals dat in
één van
de ruimtes heeft gestaan, worden getoond. Het is ook mogelijk om voor
actie te
kiezen. In dat geval wordt het kanon uit zijn schuilplaats naar het
emplacement
gereden. Je kunt dat ook zelf doen en ook zelf de munitie voor het kanon
halen
en uiteindelijk de vijand uitschakelen, want er is een interactieve
variant
aanwezig. De bezoeker kan ook zelf de route bepalen door het complex.
Deze
educatieve presentatatievorm is bedoeld voor schoolgroepen, maar ook
voor
minder validen, voor wie het niet mogelijk is om het originele terrein
te
bezoeken. Het wachten is nu op geld om het plan in zijn geheel te
realiseren.
Belangstellenden in de geschiedenis
van de
Atlantik Wall op de eilanden kunnen ook terecht bij de volgende website:
http://wall.ontwikkelversie.nl.
maandag 13 december 2010
Ding13 komt als geroepen
In een ver verleden - een paar jaar terug - maakte ik kennis met The Internet Clipboard. Enkele functies zijn gelijk aan die van Google Documenten, namelijk het online toevoegen, bewaren en raadplegen van informatie en het kunnen delen van die informatie met anderen. Het werkt super eenvoudig. Achter het webadres tik je een bestandsnaam in en voilá, je hebt een eigen ruimte op het www gecreëerd. Een ander voordeel is dat je er niet voor hoeft in te loggen. Heel erg handig dus als je achter verschillende beeldschermen werkt en dan niet steeds op je eigen account bent ingelogd. Dat komt nog al eens voor, vooral bij invaldiensten op de studiezaal. Dat is de positieve en vooral theoretische kant van deze toepassing. De praktijk was nogal eens weerbarstiger. Zo kon je het bestand niet onbeperkt opslaan en nadat ik een paar keer had meegemaakt dat de ingevoerde gegevens niet waren opgeslagen heb ik het niet meer gebruikt.
En toen was daar Google Docs. Omdat ik op dit moment aan verschillende projecten werk, soms alleen, soms met één of meer collega('s) en soms ook met verschillende externen lijkt Google Docs mij een goede toepassing om overzicht te houden op je werkdocumenten. Hoe gemakkelijk zit je anders niet in verouderde versies te werken.
Echte ervaring moet ik er nog mee opdoen, maar de vooruitzichten zijn veelbelovend, alhoewel ..... ik had een nieuw document geopend, probeerde er via twee muisklikken (kopiëren en plakken) informatie aan toe te voegen, maar ho maar. Na wat uitproberen kom ik er achter dat het wel lukt met <Ctrl C> en <Ctrl V>.
'Eerlijk zullen we alles delen', las ik ergens als mooie titel van een blogbericht over Ding13. Dat zal zeker niet helemaal opgaan, maar ik ben wel benieuwd naar mijn ervaringen.
En toen was daar Google Docs. Omdat ik op dit moment aan verschillende projecten werk, soms alleen, soms met één of meer collega('s) en soms ook met verschillende externen lijkt Google Docs mij een goede toepassing om overzicht te houden op je werkdocumenten. Hoe gemakkelijk zit je anders niet in verouderde versies te werken.
Echte ervaring moet ik er nog mee opdoen, maar de vooruitzichten zijn veelbelovend, alhoewel ..... ik had een nieuw document geopend, probeerde er via twee muisklikken (kopiëren en plakken) informatie aan toe te voegen, maar ho maar. Na wat uitproberen kom ik er achter dat het wel lukt met <Ctrl C> en <Ctrl V>.
'Eerlijk zullen we alles delen', las ik ergens als mooie titel van een blogbericht over Ding13. Dat zal zeker niet helemaal opgaan, maar ik ben wel benieuwd naar mijn ervaringen.
donderdag 9 december 2010
Haar naam was Fanny (en is dat nog steeds trouwens)
Ons gezin is gisteren uitgebreid. We hebben haar gehaald. Met ons vieren in de auto naar Den Helder en met ons vijven terug. Dat ging niet zomaar. De plek des heils was Dierentehuis 't Schuthok aan de Rijksweg in de Noord-Hollandse marinestad; geen dieren-azc dus, nee een dierentehuis. Die benaming alleen al geeft aan dat men er haar bewoners een warm hart toedraagt. En zo is het ook. Dat betekent ook dat je één van die bewoners niet zomaar meekrijgt.
Voordat we gisteren in de auto stapten was er al contact geweest, via email en via de telefoon. Door dat contact wisten we ook dat er meer kapers op de kust waren. En uit ervaring wisten we dat, als we haar echt graag in ons midden zouden willen hebben, we niet moesten aarzelen. Want de rit naar Den Helder kende een lange voorgeschiedenis met veel hoopvolle momenten maar evenveel teleurstellingen. We hadden al verschillende pogingen gedaan, maar hij of zij bleek al óf door een ander geadopteerd te zijn óf bij nader inzien toch niet geschikt voor ons.
Het Internet speelde bij onze zoektocht een cruciale rol. De website http://www.ikzoekbaas.nl/ werd dagelijks bezocht, soms zelfs meerdere keren. Opname als favoriet in Delicious en/of het plaatsen van een RSS-feed waren daarom niet aan de orde. Ook al zou er geen nieuws zijn, we moesten gewoon even kijken. Uit het gesprek dat we gister met medewerkster Gina hadden, bleek overigens de zegen van het Internet voor dierenasielbewoners in het algemeen en voor honden in het bijzonder. De genoemde website bevat een overzicht van alle dieren in Nederlandse asielen, én tehuizen dus. Van elk dier worden bijzonderheden gegeven als ras, leeftijd, schofthoogte e.d., een beschrijving waarin ook het karakter van de hond wordt geschetst en last but not least een foto. Je kunt op deze manier thuis gemakkelijk aan de weet komen of er ergens in Nederland de hond, kat of parkiet van je dromen beschikbaar is. En, vertelde ze, als die op deze manier wordt gevonden dan rijdt men zonder probleem twee of drie uur om het dier op te halen. De verblijfsduur van dieren in asiels is behoorlijk verkort sinds het Internet haar intrede heeft gedaan.
Ook wij kregen voor het eerst via digitale weg 'contact' met Fanny. Op een dag verscheen ze op het beeldscherm, een zesjarig 'spanielachtig' teefje. In de karakterschets van Fanny lazen we o.a.: "Zou Fanny een mens zijn, dan zou ze het graag gezellig maken: kaarsje aan, hapje en drankje er bij, gewoon knusjes. Geloof het of niet, ook honden kunnen zo'n uitstraling hebben, en Fanny heeft het. Deze leuke roodbruine kruising Spaniel is vriendelijk naar mensen, onbekend of bekend maakt niet uit."
Bij de helft van het gezin was het liefde op het eerste gezicht, de andere helft had iets meer tijd nodig, maar uiteindelijk gingen we allemaal voor de bijl. En zo voerden we gistermiddag om een uur of drie een adoptiegesprek. Over en weer werden veel vragen gesteld. Vooral ook van onze kant, want wij zijn niet meer dan beginners, hebben geen enkele ervaring met honden. Vol bewondering kijken we onregelmatig naar Cesar Millan in The Dog Whisperer, maar dat is wat anders dan putten uit eigen ervaring.
De vragen betroffen vooral de voeding en beweging want naast de probleemloze hond die Fanny lijkt te zijn is er één punt van zorg of aandacht, hoe je het maar wilt noemen. Toen we na het gesprek met haar kennis maakten zagen we het zelf ook meteen. Ze is dik, veel te dik. Door haar forse overgewicht is ze ook kortademig. "Dat kan zeker van invloed zijn op haar stemming en stressbestendigheid", lazen we over haar. De levensstijl zal dus moeten worden aangepast naar minder eten en meer bewegen.
Nadat we een eindje met Fanny hadden gewandeld en Gina en wijzelf ook hadden geconstateerd dat het klikte tussen Fanny en ons, moest het besluit omtrent adoptie uiteindelijk worden genomen door de directeur van de instelling. We wachtten in spanning af en waren opgelucht toen deze haar fiat gaf. De papieren konden worden getekend en we mochten haar nu meenemen. "Fanny springt blij de auto in", zo hadden we al gelezen. Dat viel tegen. Ze wilde wel en ze leek ook blij maar door haar overgewicht moesten we haar een zetje, zeg maar gerust een flinke zet, meegeven. Maar toen ze eenmaal achter in de auto zat was het goed en leek het wel of ze al jaren bij ons was.
Zoals de titel al aangeeft heet ze Fanny. Echt mooi vinden we die naam niet en we zijn dan ook naarstig op zoek naar een andere voor de liefste hond van de wereld. Suggesties zijn van harte welkom. Het is in dit verband misschien goed te weten dat ze in Tsjechië is geboren.
Voordat we gisteren in de auto stapten was er al contact geweest, via email en via de telefoon. Door dat contact wisten we ook dat er meer kapers op de kust waren. En uit ervaring wisten we dat, als we haar echt graag in ons midden zouden willen hebben, we niet moesten aarzelen. Want de rit naar Den Helder kende een lange voorgeschiedenis met veel hoopvolle momenten maar evenveel teleurstellingen. We hadden al verschillende pogingen gedaan, maar hij of zij bleek al óf door een ander geadopteerd te zijn óf bij nader inzien toch niet geschikt voor ons.
Het Internet speelde bij onze zoektocht een cruciale rol. De website http://www.ikzoekbaas.nl/ werd dagelijks bezocht, soms zelfs meerdere keren. Opname als favoriet in Delicious en/of het plaatsen van een RSS-feed waren daarom niet aan de orde. Ook al zou er geen nieuws zijn, we moesten gewoon even kijken. Uit het gesprek dat we gister met medewerkster Gina hadden, bleek overigens de zegen van het Internet voor dierenasielbewoners in het algemeen en voor honden in het bijzonder. De genoemde website bevat een overzicht van alle dieren in Nederlandse asielen, én tehuizen dus. Van elk dier worden bijzonderheden gegeven als ras, leeftijd, schofthoogte e.d., een beschrijving waarin ook het karakter van de hond wordt geschetst en last but not least een foto. Je kunt op deze manier thuis gemakkelijk aan de weet komen of er ergens in Nederland de hond, kat of parkiet van je dromen beschikbaar is. En, vertelde ze, als die op deze manier wordt gevonden dan rijdt men zonder probleem twee of drie uur om het dier op te halen. De verblijfsduur van dieren in asiels is behoorlijk verkort sinds het Internet haar intrede heeft gedaan.
Ook wij kregen voor het eerst via digitale weg 'contact' met Fanny. Op een dag verscheen ze op het beeldscherm, een zesjarig 'spanielachtig' teefje. In de karakterschets van Fanny lazen we o.a.: "Zou Fanny een mens zijn, dan zou ze het graag gezellig maken: kaarsje aan, hapje en drankje er bij, gewoon knusjes. Geloof het of niet, ook honden kunnen zo'n uitstraling hebben, en Fanny heeft het. Deze leuke roodbruine kruising Spaniel is vriendelijk naar mensen, onbekend of bekend maakt niet uit."
Bij de helft van het gezin was het liefde op het eerste gezicht, de andere helft had iets meer tijd nodig, maar uiteindelijk gingen we allemaal voor de bijl. En zo voerden we gistermiddag om een uur of drie een adoptiegesprek. Over en weer werden veel vragen gesteld. Vooral ook van onze kant, want wij zijn niet meer dan beginners, hebben geen enkele ervaring met honden. Vol bewondering kijken we onregelmatig naar Cesar Millan in The Dog Whisperer, maar dat is wat anders dan putten uit eigen ervaring.
De vragen betroffen vooral de voeding en beweging want naast de probleemloze hond die Fanny lijkt te zijn is er één punt van zorg of aandacht, hoe je het maar wilt noemen. Toen we na het gesprek met haar kennis maakten zagen we het zelf ook meteen. Ze is dik, veel te dik. Door haar forse overgewicht is ze ook kortademig. "Dat kan zeker van invloed zijn op haar stemming en stressbestendigheid", lazen we over haar. De levensstijl zal dus moeten worden aangepast naar minder eten en meer bewegen.
Nadat we een eindje met Fanny hadden gewandeld en Gina en wijzelf ook hadden geconstateerd dat het klikte tussen Fanny en ons, moest het besluit omtrent adoptie uiteindelijk worden genomen door de directeur van de instelling. We wachtten in spanning af en waren opgelucht toen deze haar fiat gaf. De papieren konden worden getekend en we mochten haar nu meenemen. "Fanny springt blij de auto in", zo hadden we al gelezen. Dat viel tegen. Ze wilde wel en ze leek ook blij maar door haar overgewicht moesten we haar een zetje, zeg maar gerust een flinke zet, meegeven. Maar toen ze eenmaal achter in de auto zat was het goed en leek het wel of ze al jaren bij ons was.
We've got 'r
Bron: website http://www.ikzoekbaas.nl/
Zoals de titel al aangeeft heet ze Fanny. Echt mooi vinden we die naam niet en we zijn dan ook naarstig op zoek naar een andere voor de liefste hond van de wereld. Suggesties zijn van harte welkom. Het is in dit verband misschien goed te weten dat ze in Tsjechië is geboren.
maandag 6 december 2010
Twitter is niet echt mijn ding
Als we als Tresoar beter ons publiek kunnen bereiken door 's ochtends
eerst met ons allen een minuut op de kop te gaan staan, dan zouden we
dat zeker moeten overwegen. Zo moeten we Twitter ook zien, als iets onzinnigs
dus. Dat is lang mijn mening geweest, en voor privégebruik gaat die nog
steeds op. Als je niet midden in een revolutie zit of net een vliegtuigcrash hebt overleefd dan heeft het allemaal bijzonder weinig betekenis. De Twitterteksten die ik voorbij heb zien komen zijn vaak te banaal voor een normaal gesprek en soms niet meer dan een uitroep ("Shit brood
vergeten", zoals jamieee_xx zes minuten geleden twitterde). Om voor mezelf nu een Twitteraccount aan te maken is dan ook een stap te ver.
Toch heb ik geprobeerd me via het wereldwijde web te laten overtuigen van enig nut van de toepassing. Dat viel niet mee.
Ergens heeft een Twitteraar de belangrijkste voordelen op een rijtje gezet:
"Twitter is als een slecht voorgezeten vergadering: iedereen kakelt maar wat door elkaar heen, in de verwachting dat alle anderen het hebben gehoord. En aan het eind van de vergadering weet je nog niks meer. Oh ja, ook zo leuk: iedereen komt en gaat maar wanneer hij zin heeft…"
Een bibliotheekmedewerker interviewde twee medewerkers van Museum Boerhaave over het gebruik van Twitter door het Museum. Het leverde het volgende interview op:
Vraag: Waarom zijn jullie gaan twitteren?
Antwoord: Twitter is interactief; je kunt snel iets plaatsen en uitnodigen tot een reactie
Vraag: Hoe hebben jullie het MT overtuigd?
Antwoord: Tijdens mijn opleiding heb ik een pr-plan geschreven
Vraag: Hoe ga je de interactie met mensen op twitter aan?
Antwoord: Nieuwsgierig maken; proberen prikkelend te schrijven
Vraag: Hoeveel tijd kost twitteren per dag?
Antwoord: Heel divers
Vraag: Wat heeft het twitteren jullie opgeleverd?
Antwoord: Nog maar weinig volgers... In juni gaan we evalueren
Een diepgravend interview op z'n Twitters dus.
Is Twitter dan helemaal niets? Dat wil ik ook weer niet zeggen. Tresoar twittert er al lustig op los met zinvolle berichten, die vaak weer links bevatten naar uitgebreidere nieuwsberichten. Bovendien hebben we het advies van Jessica de Kok en Jan-Willem Seip in hun artikel ter harte genomen: gebruik Twitter niet voor het loslaten van een diarree aan berichten: Twitter is een web2.0-toepassing, dus zorg voor interactie met je volgers. De twittergedichtenwedstrijd voor het mooiste twicht was een succes met ruim 500 ingestuurde twichts.
We zullen moeten zien wat we hier nog meer mee kunnen doen. Ergens las ik ook over historische tweets, o.a. van Napoleon. Zo zouden we onze volgers ook aan het denken kunnen zetten. Een voorzet: Eise Eisinga die tijdens de fabricage van zijn planetarium twittert: 'Heb zojuist Jupiter bereikt, hoop morgen bij Saturnus aan te komen.' En wellicht kunnen we ook iets bedenken met Twitter tijdens de autobusmanifestatie in de zomer van 2011?
Kortom, Twitter rijmt dan wel op litter, maar voor Tresoar moeten we het maar niet als zodanig beschouwen.
Toch heb ik geprobeerd me via het wereldwijde web te laten overtuigen van enig nut van de toepassing. Dat viel niet mee.
Ergens heeft een Twitteraar de belangrijkste voordelen op een rijtje gezet:
- Ik blijf op de hoogte van het laatste nieuws;
- Ik kan interessante informatie delen;
- Ik weet wat mijn collega’s en vrienden bezig houden;
- Ik kan gemakkelijk in contact komen met interessante mensen.
"Twitter is als een slecht voorgezeten vergadering: iedereen kakelt maar wat door elkaar heen, in de verwachting dat alle anderen het hebben gehoord. En aan het eind van de vergadering weet je nog niks meer. Oh ja, ook zo leuk: iedereen komt en gaat maar wanneer hij zin heeft…"
Een bibliotheekmedewerker interviewde twee medewerkers van Museum Boerhaave over het gebruik van Twitter door het Museum. Het leverde het volgende interview op:
Vraag: Waarom zijn jullie gaan twitteren?
Antwoord: Twitter is interactief; je kunt snel iets plaatsen en uitnodigen tot een reactie
Vraag: Hoe hebben jullie het MT overtuigd?
Antwoord: Tijdens mijn opleiding heb ik een pr-plan geschreven
Vraag: Hoe ga je de interactie met mensen op twitter aan?
Antwoord: Nieuwsgierig maken; proberen prikkelend te schrijven
Vraag: Hoeveel tijd kost twitteren per dag?
Antwoord: Heel divers
Vraag: Wat heeft het twitteren jullie opgeleverd?
Antwoord: Nog maar weinig volgers... In juni gaan we evalueren
Een diepgravend interview op z'n Twitters dus.
Is Twitter dan helemaal niets? Dat wil ik ook weer niet zeggen. Tresoar twittert er al lustig op los met zinvolle berichten, die vaak weer links bevatten naar uitgebreidere nieuwsberichten. Bovendien hebben we het advies van Jessica de Kok en Jan-Willem Seip in hun artikel ter harte genomen: gebruik Twitter niet voor het loslaten van een diarree aan berichten: Twitter is een web2.0-toepassing, dus zorg voor interactie met je volgers. De twittergedichtenwedstrijd voor het mooiste twicht was een succes met ruim 500 ingestuurde twichts.
We zullen moeten zien wat we hier nog meer mee kunnen doen. Ergens las ik ook over historische tweets, o.a. van Napoleon. Zo zouden we onze volgers ook aan het denken kunnen zetten. Een voorzet: Eise Eisinga die tijdens de fabricage van zijn planetarium twittert: 'Heb zojuist Jupiter bereikt, hoop morgen bij Saturnus aan te komen.' En wellicht kunnen we ook iets bedenken met Twitter tijdens de autobusmanifestatie in de zomer van 2011?
Kortom, Twitter rijmt dan wel op litter, maar voor Tresoar moeten we het maar niet als zodanig beschouwen.
vrijdag 3 december 2010
Wij, IK, jIj = WIKI
Tresoar beschikt al enkele jaren over een Intranet met informatie over van alles en nog wat, van beleidszaken, organisatie en rechtspositie tot verslagen van vergaderingen, een telefoonlijst en het zgn. snuteboek. Bovendien bestaat er de mogelijkheid om zelf berichten te plaatsen op het prikbord. Op zich werkt het goed, met name door de goede zoekfunctie.
Een beperking is dat niet elke medewerker gerechtigd is om informatie - in wat voor vorm dan ook - toe te voegen. En die behoefte is er zo nu en dan wel. Een wiki zou dit probleem goed op kunnen lossen. Hierbij gaat het dan om interne informatie. Dat is deel één van het verhaal. Niet onbelangrijk, maar ik zou graag nog een stap verder willen gaan door een deel van de wiki ook extern beschikbaar te stellen. Ik denk hierbij dan aan het toevoegen van (genealogische) achtergrondinformatie die voor gebruikers van onze archieven en collecties interessant is.
Vooral vanuit de hoek van het familieonderzoek worden geregeld dezelfde vragen gesteld, vragen als:
* wat is een dorprechter?
* welke bronnen hebben jullie voor onderzoek naar militairen?
* wat wordt er bedoeld met de uitdrukking b.b.c.?
De medewerkers op de studiezaal weten de antwoorden op deze vragen vaak moeiteloos te geven en zo niet dan kennen ze de bron waar de informatie is te vinden, namelijk de bijbel voor de stamboomonderzoeker in Friesland: Friezen gezocht. Gids voor stamboomonderzoek in Friesland, door Pieter Nieuwland (Leeuwarden 2005).
De teksten in deze gids zouden in stukjes kunnen worden geknipt en de losse stukken in een nieuwe wiki worden gezet. Het zou een mooi begin kunnen zijn voor een Friese geschiedeniswiki, voor en door onderzoekers naar familiegeschiedenis en (dorps)historie. Dat laatste maakt het juist extra waardevol. We kennen veel bezoekers met grote hoeveelheden kennis, vaak op een heel specifiek gebied. Als zij zoveel mogelijk van die kennis aan de wiki zouden willen toevoegen dan zouden we een prachtige nieuwe en steeds beter wordende informatiebron hebben. Naast de gids zou ook de al online staande beroependatabase op de website van Tresoar hierin kunnen worden opgenomen. We krijgen hiervoor onregelmatig aanvullingen toegestuurd.
Het idee is overigens niet nieuw. Binnen Tresoar is het ook al eens besproken. Hopelijk brengt 23dingen ons tot uitvoering ervan. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer we het goed 'in onze doelgroep weten neer te zetten', dat het dan een succes kan worden.
En dan is het echt Ik + Jij = Wij > Wiki.
Een beperking is dat niet elke medewerker gerechtigd is om informatie - in wat voor vorm dan ook - toe te voegen. En die behoefte is er zo nu en dan wel. Een wiki zou dit probleem goed op kunnen lossen. Hierbij gaat het dan om interne informatie. Dat is deel één van het verhaal. Niet onbelangrijk, maar ik zou graag nog een stap verder willen gaan door een deel van de wiki ook extern beschikbaar te stellen. Ik denk hierbij dan aan het toevoegen van (genealogische) achtergrondinformatie die voor gebruikers van onze archieven en collecties interessant is.
Bron: eigen collectie
Vooral vanuit de hoek van het familieonderzoek worden geregeld dezelfde vragen gesteld, vragen als:
* wat is een dorprechter?
* welke bronnen hebben jullie voor onderzoek naar militairen?
* wat wordt er bedoeld met de uitdrukking b.b.c.?
De medewerkers op de studiezaal weten de antwoorden op deze vragen vaak moeiteloos te geven en zo niet dan kennen ze de bron waar de informatie is te vinden, namelijk de bijbel voor de stamboomonderzoeker in Friesland: Friezen gezocht. Gids voor stamboomonderzoek in Friesland, door Pieter Nieuwland (Leeuwarden 2005).
De teksten in deze gids zouden in stukjes kunnen worden geknipt en de losse stukken in een nieuwe wiki worden gezet. Het zou een mooi begin kunnen zijn voor een Friese geschiedeniswiki, voor en door onderzoekers naar familiegeschiedenis en (dorps)historie. Dat laatste maakt het juist extra waardevol. We kennen veel bezoekers met grote hoeveelheden kennis, vaak op een heel specifiek gebied. Als zij zoveel mogelijk van die kennis aan de wiki zouden willen toevoegen dan zouden we een prachtige nieuwe en steeds beter wordende informatiebron hebben. Naast de gids zou ook de al online staande beroependatabase op de website van Tresoar hierin kunnen worden opgenomen. We krijgen hiervoor onregelmatig aanvullingen toegestuurd.
Het idee is overigens niet nieuw. Binnen Tresoar is het ook al eens besproken. Hopelijk brengt 23dingen ons tot uitvoering ervan. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer we het goed 'in onze doelgroep weten neer te zetten', dat het dan een succes kan worden.
En dan is het echt Ik + Jij = Wij > Wiki.
Abonneren op:
Posts (Atom)