dinsdag 15 maart 2011

'Overdrijf je nu niet een beetje?'

Deze vraag werd me in de eerste weken van de cursus 23dingen enkele keren gesteld, altijd als ik voor de zoveelste achtereenvolgende avond mijn laptop opende. Na een tijdje was het thuisfront eraan gewend; soms hoorde ik met een half oor ‘23dingen zeker?’ Het is waar, de cursus heeft veel (vrije) tijd gekost, maar ik heb dat zelf nooit als een probleem ervaren. De ontdekkingstocht over en op het wereldwijde web was fascinerend en vaak ook inspirerend. Ik heb Delicious ontdekt en Google Documenten, ik heb Archief 2.0 herontdekt, heb veel plezier beleefd aan het lezen van interne en externe blogs en even veel aan het schrijven van mijn eigen berichten.


Deze terugblik wil ik met enkele overpeinzingen afsluiten.

Hoe 2.0 ben ik nu zelf?
Dat is een lastig te beantwoorden vraag. De mogelijkheden kennen is nog wat anders dan ze zien en weten te benutten. Een andere insteek: zou ik het Manifest voor de Archivaris 2.0 ondertekenen als me dat zou worden gevraagd? Met de meeste punten kan ik wel instemmen, maar van punt 7 (Ik geniet van de opwinding en het plezier van positieve verandering en draag dit uit naar collega's en gebruikers), nee dat heb ik nou niet, ik krijg zelfs een beetje de kriebels van zo’n formulering. Het staat er niet, maar soms lijkt het erop dat de nieuwe mogelijkheden meer doel dan middel zijn. Voor mij is het alleen dat laatste. Vergelijk het maar met een auto. Ik geniet meer van het bereiken van de plaats van bestemming dan van het rijden met of poetsen van de auto.

De inbreng van gebruikers
Het is al enkele keren aan de orde geweest. De user-generated content is niet altijd wat we hopen dat het is. Tags, samenvattingen, reviews hebben te vaak geen enkele toegevoegde waarde voor de toegankelijkheid van een object en zorgen daarmee voor een behoorlijke vervuiling. Ik heb veel bezoekers van Tresoar hoog en heb respect voor hun onderzoeksresultaten. Soms weten we hen te binden en de resultaten via onze eigen website aan te bieden. Maar van de content die vooral bij bibliotheekcatalogi en een fotosite als Flickr wordt toegevoegd heb ik niet zo’n hoge pet op. En, vraag ik me dan af, zijn de mensen die het meest te vertellen hebben het minst 2.0 …….?

De virtuele studiezaal
Tresoar denkt nu na over het aanpassen van de website en het vernieuwen van de virtuele studiezaal. Het is een mooie gelegenheid om de sociale media een prominentere plaats daarop te geven. Toch ook hier de opmerking dat die media niet meer zijn dan een middel. Het gaat toch om de inhoud, in de eerste plaats om die we zelf aanbieden. En het laatste decennium is gebleken dat die inhoud redelijk onstabiel kan zijn. Tot de internetrevolutie hadden we vele honderden abonnementen op tijdschriften, uiteraard alleen papieren tijdschriften. Als er abonnementen werden opgezegd dan bleven de oude jaargangen veelal in het magazijn staan en bleven zo ook beschikbaar voor de onderzoeker.
Met digitale abonnementen liggen de zaken anders. Een paar voorbeelden. Een aantal jaren geleden boden we het Friesch Dagblad op onze eigen website via de Regionale Krantenbank aan. Met het ter ziele gaan van de Regionale Krantenbank en de lancering van de website www.dekrantvantoen.nl viel het Friesch Dagblad, ik begrijp om financiële redenen, buiten de boot. Belangstellenden moeten nu dus weer de papieren exemplaren door. Ingewikkelder ligt het met de landelijke kranten. Die hebben we al enkele jaren in ons digitale Aquabrowser-pakket. Maar wat we nu precies aanbieden van bv. de Volkskrant is niet duidelijk. Bepaalde artikelen worden wel getoond, andere niet. Via PressDisplay wordt wel weer de gehele krant getoond, maar dan alleen van de afgelopen drie maanden. Andere bestanden die we eerst aanboden zoals bv. de Consumentengids hebben we al lang niet meer in ons pakket.
Dat ik van Tresoarklanten hierover nog geen klachten heb gehoord heeft neffens my vooral te maken met het feit dat de digitale bestanden onbekend zijn bij het publiek en dat het ons tot nu toe nog maar niet is gelukt om die aan de man te brengen. En juist daarbij - en dan zijn we weer terug bij het begin - kunnen de sociale media hopelijk een belangrijke rol spelen.

De 23dingen-cursus heeft het zicht op de mogelijkheden van het web een stuk verbreed. Dat is mooi, maar de cursus heeft ook duidelijk gemaakt hoeveel we niet weten. Ergens las ik dat er zo’n 500 tot 600 webtools bestaan; dat was in 2008! We hebben dus niet meer dan eerste stapjes gezet op het pad dat web 2.0 heet. Maar ik vind het mooi dat ik wat dat betreft heb leren lopen en hoop verschillende van de geleerde mogelijkheden in praktijk te kunnen brengen, want de dertiende (!) regel van het Manifest onderschrijf ik wél: ‘Ik ben bereid om naar plaatsen te gaan waar gebruikers zijn, zowel online als fysiek, om mijn beroep uit te oefenen.’

23 Dingen was voor mij …. vooral een stimulans om na te denken over waarom we de dingen doen zoals we ze doen.

2 opmerkingen:

  1. Otto, hoewel de titel niet precies aangeeft dat dit je bericht is over het 23e Ding, heb ik zo het gevoel dat het 't wel is.
    Dus allereerst mijn felicitaties.

    Ik heb het niet gecontroleerd, maar biedt de Koninklijke Bibliotheek nu niet historische kranten die ook voor jullie relevant zijn?

    En ik ben het met je eens, dat er destijd in de promotie van de online bestanden niet al te veel en niet al te effectieve promotie is gemaakt (althans dat vind ik). Destijds waren de sociale media er ook nog niet en zou het nu misschien beter kunnen. Maar inderdaad... erg bekend was en is zijn die schatten niet bij het publiek. Ook niet in de bibliotheek.

    Ik wil je zo aan het slot bedanken! Ik heb in al die tijden van 23dingen, zelden een deelnemer gehad die de dingen zo heeft onderzocht en geleefd, als jij. Ik vond het een groot plezier om je blog te volgen. Alle Dingen posts, maar ook je overige bijdragen waren interessant en verrassend. Ze hebben me een blik gegeven in wat jou bezighoudt en waar je hobbies liggen.
    Je bracht het allemaal even goed onder woorden. Dank dus.

    Ook dank, dat je je groep tot steun was, want zonder jou, zonder coaches, heeft het program half de kracht.

    We gaan elkaar maandag weer zien, en dan spreken we elkaar langer F2F. Net zo belangrijk!

    Groet,
    Rob

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bedankt voor je complimenten. Het is fijn als je hoort dat je berichten met plezier worden gelezen. Zoals gezegd heb ik er zelf ook veel plezier aan beleefd.

    Het klopt dat deze bijdrage als terugblik was bedoeld. De titel was wat dat betreft inderdaad niet al te helder.

    De gedigitaliseerde kranten op de website van de KB zijn inderdaad ook voor ons interessant. Het Friesch Dagblad zit helaas niet in hun aanbod en als ik het goed heb zal dat op korte termijn ook niet gebeuren. Ik maak zelf trouwens geregeld gebruik van de KB-krantensite en maak ook onderzoekers en cursisten erop attent.

    De promotie van onze digitale bestanden, waar we een abonnement op hebben, moet inderdaad een stuk beter, maar ik denk dat we dat vooral zelf moeten doen.

    Ik wil afsluiten om jou, Rob, hartelijk te danken voor je opmerkingen, vragen, tips etc. die je me de afgelopen maanden hebt gegeven, c.q. gesteld.

    BeantwoordenVerwijderen