Een paar weken geleden ben ik begonnen aan het boek Congo. Een geschiedenis van David van Reybrouck (Amsterdam 2010). Wat een allemachtig prachtig boek, in ieder geval de inleiding, verder ben ik nog niet. Vooral door die 23dingen cursus kom ik er maar niet aan toe om me echt op het boek te storten, het blijft bij sporadische leesmomenten. Maar is dat erg? Nee, niet echt, zo kan ik ook langer van het boek genieten.
Het boek begint met de beschrijving van dé levensader van het land, namelijk de 4700 kilometer lange Congo-rivier. Van Reybrouck beschrijft het heel mooi, over het slib dat de rivier meevoert naar en uitstort in de Atlantische Oceaan. De sporen zijn tot honderden zeemijlen uit de kust zichtbaar. Hieronder een beeldende beschrijving van dat proces:
"... al die partikeltjes aarde, al die afgeschuurde deeltjes klei en leem en zand drijven mee, stroomafwaarts, naar breder water. Soms hangen ze stil en glijden ze onmerkbaar verder, dan weer tuimelen ze in een dolle razernij die het daglicht vermengt met donkerte en schuim. Soms blijven ze haperen. Aan een rots. Aan een oever. Aan een roestig scheepswrak dat zwijgend naar de wolken brult en waaromheen een zandbank is gegroeid. Soms komen ze niets tegen, helemaal niets, behalve water, steeds maar ander water, eerst zoet, dan brak, ten slotte zout".
Ik vroeg me af, zou je dat op de satellietweergave in Google Maps ook terug kunnen zien? Ja dus. Hieronder het resultaat.
Belangstellend naar meer volg ik de rivier stroomopwaarts naar Matadi, naar Kinshasa en verder. Het valt me op dat je zelfs als vogel kunt constateren dat de rivier tussen de twee genoemde plaatsen door stroomversnellingen onbegaanbaar is. Je snapt nu ook dat de slaven die in vroeger eeuwen vanuit het Congolese binnenland over de rivier naar Kinshasa werden geboomd, waar ze aan handelaren werden verkocht, vervolgens nog driehonderd kilometer moesten lopen om bij de havenplaats te komen.
Kinshasa zelf is ook fascinerend vanuit de lucht. De hoofd- en miljoenenstad ligt aan de zuidelijke oever van de rivier. Het schijnt uniek te zijn dat een hoofdstad grenst aan een andere hoofdstad, namelijk Brazzaville van de Republiek Congo-Brazzaville, aan de andere kant van de rivier. Als je de satellietbeelden bekijkt vraag je je af, waar kunnen de Congolezen de rivier oversteken zonder natte voeten te krijgen? Maar hoe je ook zoekt, er is geen brug! De enige manier om aan de andere kant te komen is per boot.
Op het wereldwijde web las ik net dat er wordt gesproken en onderhandeld over een vier kilometer lange brug voor auto- en treinverkeer.
Zo, nu de computer afsluiten voor ......... een leesmoment.
Fascinerend stukje, dat me ook benieuwd maakt naar dat boek. Ik heb het vaak zien staan bij de boekhandel, maar ik zal er de eerstvolgende keer eens in gaan bladeren en wellicht aanschaffen. En wat een mooi plaatje van die modderstroom. Zoiets kan mij ook mateloos boeien. Heb speciaal Google Earth geinstalleerd, waarmee je ook de oceanen kunt bestuderen. Maar helaas kon ik daar niet onder water duiken. Wel zag ik dat er daar vele olieplatforms staan.
BeantwoordenVerwijderen